Levenswijze

De natuurlijke leefomgeving van een egel is een bosrijk gebied. Waar ze zich goed kunnen verstoppen en waar ze nestmateriaal kunnen vinden. Nu leven ze overal waar voedsel is en geschikte schuilplaatsen zijn. Ze vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onderhout. Er is hier gen droge schuilplaats te vinden. Egels bekleden hun nest met bladeren, planten, mossen, grassen. Ze slepen dit in hun bek naar hun schuilplaats. Dit kan een zelf gemaakt hol zijn, maar ook een holle boomstam, een konijnenhol of ook wel onder oude stallen of heggen. Vaak houd hij zijn verblijf jaren waar hij overdag slaapt. Een egel is tenslotte een nacht dier. Een aantal keer per nacht is de egel actief, hij slaapt ongeveer 18 uur. Het zelf gemaakte egel nest word in elkaar gedraaid. Hij sleept het nest materiaal naar de uitgekozen plek, maakt een hoop, graaft zich in en begint te draaien. Zo ontstaan er dicht op elkaar gepakte bladeren die de wanden van het nest vormen. Deze wanden kunnen wel 20 cm dik zijn. Tijdens de slaap ligt de egel meestal half opgerold op een zijde, kop en poten zijn te zien. Een egel houd van warmte, op een warme ondergrond strekt hij zich plat op de grond uit. Ook zonnebaden egels wel eens. Lopen doet een egel meestel langzaam. Als hij zijn poten uitstrekt kan hij snel zijn, zijn poten zijn ? 10 cm lang. Een egel kan niet springen, ook niet op zijn achterpoten zitten, wast niet zijn gezicht met zijn voorpoten, maar hij kan wel klimmen. Zwemmen kan hij ook, maar zijn uithoudingsvermogen is beperkt. Er komen veel egels om door verdrinking omdat ze de steile randen van een vijver of beschoeiing niet aan kunnen. Bij woede gilt een egel. Luid snuffelen en sissen zijn geluiden die hij bij opwinding maakt. met dank aan abcoude.com