Huisvesting

In het Andesgebergte leven de degoes in een droog en rotsachtig gebied, waarin ze een groot netwerk van tunnels maken. Elk bouwcomplex heeft meerdere uitgangen om steeds aan eventuele indringers te kunnen ontkomen. In gevangenschap zullen degoes ook steeds proberen om gangen te graven. Daarom is het van cruciaal belang dat je een dikke laag bodembedekking voorziet. Daarnaast houden ze ervan om te klimmen, ook aan deze behoefte moet dus zeker en vast voldaan worden. Tot slot moeten er meerdere schuilmogelijkheden zijn en dat ze een nesthokje hebben. Nesthokjes zijn veelal te koop in dierenwinkels, maar met wat planken kan je het ook eenvoudig zelf maken. De kans bestaat immers dat je degoes de huisjes slopen en daarbij houden ze niet bepaald rekening met de prijs van het hokje.



Een kooi voor 2 degoes moet een bodem van minstens 70 bij 40cm hebben met een hoogte van minimum 50cm, zodat ze voldoende kunnen klimmen. Hoe groter hoe beter geldt bovendien ook bij deze diertjes, daarnaast moet een grote kooi minder vaak uitgekuist worden. Een gewone kooi moet doorgaans elke week uitgekuist worden.

Er zijn verschillende knaagdierenkooien op de markt, echt geschikt zijn eigenlijk enkel de traliekooi en de plastieken/glazen bak of aquarium. Vanwege de vlijmscherpe tanden zijn enkel metaal, glas en plastiek bruikbaar, hoewel sommige degoe?s zelfs plastic stuk krijgen.

Nadelen aan de traliekooi zijn dat ze de bodembedekking er uit kunnen graven en dat sommige degoes zulke knagers zijn dat ze zelfs door de bodembak doorknagen. Voordelen zijn dat de kooi goed verlucht wordt en dat ze in alle maten verkocht worden. Het is ook steeds handig om een extra klein traliekooitje aan te schaffen waar je de degoes in kan plaatsen wanneer je hun kooi uitkuist. Zo kan je in alle rust de kooi goed uitkuisen en kan je overal makkelijker bij.

Een plastieken of glazen bak of aquarium verlucht vrij slecht, het is dan ook belangrijk dat je bij zo?n kooi een ?open? dak hebt, je kan hier bijvoorbeeld een rooster van gaas op maken, zorg uiteraard wel dat je het stevig vast kan maken zodat ze niet kunnen ontsnappen. Sommigen maken een plexiglazen dak op de kooi met daarin enkele gaten, echter verlucht dit niet sterk genoeg waardoor onder andere de urinedampen in de kooi blijven. Dit is geen geschikte leefplaats voor de degoe. Indien je zelf een bak ineen gaat zetten van glas of plastiek dan kan je het best siliconen gebruiken, dit houdt goed en laat geen scherpe randen achter.

Het is eveneens mogelijk je degoes buiten te huisvesten, de kooi moet dan wel goed ge?soleerd en afgesloten zijn. Ze moet eveneens beschermd zijn tegen de tocht, in de zomer moet ze in de schaduw kunnen staan en in de winter moet er voldoende nestmateriaal voorzien zijn. Vaak worden hiervoor vogelvoli?res gebruikt, andere handige mensen maken ze dan weer zelf.

In de kooi zelf moet steeds een goed (schuil)huisje aanwezig zijn waarin ze hun nest kunnen maken. Ze zullen er eveneens in slapen en dingen in verstoppen. Zorg voor voldoende stro en hooi in de kooi, dit gebruiken ze als nestmateriaal en eveneens om op te knabbelen. Daarnaast kun je takken en twijgjes van wilgen of fruitbomen in de kooi leggen zodat ze hun tanden genoeg kunnen laten afslijten.

Degoes lopen graag veel rond, zo lopen ze ook graag in een looprad. Ze kunnen hier heel lang in bezig blijven en het zorgt ervoor dat ze een gezonde conditie behouden. Het best geschikt is een radje dat aan de kooi wordt bevestigd en dat niet uit stalen staafjes maar uit een half open bakje bestaat. Zo kunnen ze zich niet bezeren. Tot slot is ook een zandbad van cruciaal belang. Best geschikt hiervoor is chinchillazand, dit neemt de vettigheden en het vuil goed op. Chinchillazand is verkrijgbaar in de grotere dierenspeciaalzaken, het beste is dat je het zand elke dag zift. Belangrijk is om het vuile zand tijdig te vervangen, zodat het voldoende vuil kan opnemen en schimmels en bacteri?n niet de kans krijgen zich te ontwikkelen. Als bad kan je het beste een metalen kom met hoog opstaande randen of een dichte bak met een ronde opening gebruiken.

Zorg er tot slot steeds voor dat de afstand tussen de tralies van een eventuele traliekooi niet te groot is, dat er geen uitstekende randen zijn en dat er, indien je alsnog een houten kooi gebruikt, geen randen of gaten zijn waar de degoe aan kan. Sommige degoes zullen een gaatje snel omvormen tot een ruim gaat waarlangs ze kunnen ontsnappen.