Voortplanting

Een mannelijke chinchilla is geslachtsrijp vanaf 5 ? 6 maanden, vrouwtjes zijn dit vanaf 7 ? 8 maanden. Het is echter aangeraden om te wachten met kweken totdat het vrouwtje volgroeid is, dit is op een leeftijd van ongeveer 1 jaar.



In het wild hadden chinchilla?s de gewoonte om rond het einde van de herfst te paren om rond het begin van de lente de jongen te paren. In gevangenschap hebben chinchilla?s geen nood meer aan een bepaalde paringstijd, waardoor ze het hele jaar door paren. Sommige koppels maken het ene nestje na het andere, bij andere koppels duurt het steeds even vooraleer het vrouwtje zwanger is. Het constant zwanger zijn is niet goed voor de moeder, daarom is het aan te raden om het mannetje iets voor de bevalling bij het vrouwtje weg te halen en de dag na de bevalling pas terug te plaatsen. Het is echter wel best dat ze naast elkaar in een kooi zitten, om zo niet te vervreemden van elkaar en geen moeilijke herkoppeling te hebben. Vrouwelijke chinchilla?s hebben een cyclus 28 ? 35 dagen, aan het begin van elke cyclus zijn ze 3 ? 4 dagen bronstig. Wanneer ze bronstig is kan het vrouwtje zwanger worden. Tijdens de eerste dag van de bronst zal het vrouwtje een bronstprop afscheiden. Deze heeft een wasachtige kleur en is ongeveer ??n centimeter lang. Hieraan kan je zien dat ze bronstig is, mannetjes kunnen het ruiken wanneer hun vrouwelijke soortgenoten bronstig zijn. Zelf kan je eveneens aan de schede zien dat het vrouwtje zwanger is. Deze zal dan dwars open gaan staan.

Tijdens de bronst zal het mannetje achter het vrouwtje gaan jagen. In het begin zal ze afwijzend reageren en weglopen, na een tijdje zal ze toestaan dat het mannetje haar langs achter bekruipt en zal ze gedekt worden. Tijdens de bronst zal ze meerdere keren gedekt worden, na elke dekking zal het vrouwtje een dekprop afscheiden, ook deze hebben een wasachtige kleur, maar zijn ongeveer 4cm lang.

Na een geslaagde dekking duurt het ongeveer 111 dagen vooraleer het vrouwtje bevalt. Naarmate de zwangerschap vordert zal het vrouwtje dikker worden en meer op haar zijkant slapen, je hoeft dus niet te schrikken als je haar zo aantreft. Zorg ervoor dat er tijdens de zwangerschap steeds een knaagsteen aanwezig is zodat ze genoeg kalk opnemen, daarnaast kan je best een gevarieerde portie lekkernijen geven, zodat ze voldoende vitaminen binnenkrijgt.

Vanaf enkele dagen voor de bevalling zal ze op de bodem van de kooi gaan slapen en zelden naar boven gaan. Daarna komen de wee?n, ze zal zich steeds krommen en weer uitstrekken. Dit duurt ongeveer een half uur, waarna de moeder een eerste jong tevoorschijn zal trekken. Indien dit niet lukt, is het nodig om je dierenarts te contacteren. Deze zal dan het vrouwtje helpen en eventueel een keizersnede toepassen. Na de geboorte zullen de jongen onder de buik van de moeder kruipen om te drogen en op zoek te gaan naar de tepels. De moeder zal de nageboorte opeten.

Chinchilla?s zijn nestvlieders, dit wil zeggen dat ze behaard en met ogen open geboren worden, ze zullen eveneens vrijwel direct door de kooi rondkruipen. Indien de oogjes niet open zijn, kan je de jongen helpen door met een nat watje de ogen te openen.

Ook de vader helpt in de opvoeding van de jongen daarom dat je deze best niet t? lang bij het vrouwtje vandaan houdt na de bevalling. De jongen groeien snel en zullen al snel door de kooi lopen, springen en klimmen. Na enkele weken zullen de jongen ook van de pellets en het hooi gaan eten waardoor hun darmen daar aan beginnen te wennen. Daarnaast zullen ze de ouders nadoen met het nemen van een zandbad, dit kan er in het begin best leuk uitzien.

Na 6 tot 8 weken kan je de jongen van de moeder weghalen. Bij een klein nest kan je hiermee gerust wachten tot op 8 weken. Bij een groter nest of wanneer de moeder een zware zoogperiode heeft gehad, kan je ze best al na 7 weken wegnemen. Zo kan het vrouwtje terug op krachten komen.

Bij het kweken is het van uiterst belang om rekening te houden met incest en de letale factor. Zowel witte als velvet chinchilla?s dragen deze factor met zich mee. Bij een nest van zulk een koppel is de kans 1 op 4 dat het jong dood geboren wordt, indien het levend geboren wordt zal het gehandicapt of zwakker zijn. Het is dus best om niet te kweken met chinchilla?s uit zo een combinatie, aangezien ze sowieso al zwakker zijn.

Wit en velvet kunnen een chinchilla niet dragen. Dit wil zeggen dat als de chinchilla het zelf niet is, ze het zelf ook niet meer kan doorgeven aan haar jongen. Als je een witte chinchilla hebt waarvan ??n ouder velvet is, kan je die best ook niet laten paren met een velvet chinchilla. Dit aangezien velvet niet erg duidelijk is bij een witte chinchilla. Indien dus niet 1 van beide zowel wit als velvet is, mag je gewoon een wit-velvet koppel vormen. Het is dus van uiterst belang om steeds te weten wie de ouders van je chinchilla?s zijn.

Het feit dat chinchilla?s wit en velvet niet gewoon kunnen dragen maakt dat een jong, uit een wit-X koppel, dat zelf niet wit is, weer gekoppeld mag worden met een witte chinchilla. Hetzelfde geldt uiteraard voor velvet.

Onder witte chinchilla?s verstaan we alle chinchilla?s die ook maar een plukje wit hebben. Dus ook pink white, mozaiek, bont, ? hebben de letale factor wanneer ze wit in hun vacht hebben. Bij velvets net hetzelfde, black velvets, brown velvet, white velvet, ? is allemaal velvet.